‘Mam deze wil ik echt’. Ze had haar zinnen erop gezet, mijn dochter die vorig jaar naar de middelbare school ging. Deze rugzak moest en zou ze hebben. Omdat iedereen er zo eentje had. Omdat ’ie mooi was. Omdat haar laptop er zo perfect in paste. ‘Ben je gek geworden?’ vroeg mijn man toen de gloednieuwe bordeauxrode tas binnenkwam met het prijskaartje er nog aan. ‘Dat betaal je toch niet voor een rugzak??’.
Ik gunde mijn dochter een goede start en ik gunde haar de rugzak. Dus ik kocht ‘m voor haar. Met liefde.
De rugzak bleek achteraf niet heel erg nodig. Net zoals zoveel andere kinderen bracht mijn dochter haar brugklasjaar grotendeels door op haar zolderkamer en niet op school. De overstap naar de brugklas was anders dan ze zich had voorgesteld en het bleek ook heel lastig om – op afstand- contact en verbinding te maken met haar klasgenoten zoals ze graag wilde. Het was in vele opzichten een heel moeilijk jaar waarin afstand, uitsluiting en je plek niet kunnen vinden kernthema’s waren. Waar hoor ik bij en wie ben ik zelf?
Met opluchting is ze inmiddels aan haar tweede jaar begonnen in een nieuwe klas. De rugzak was een beetje smoezelig dus ik vond het een goed idee deze voor de start van het nieuwe jaar nog even in de wasmachine te doen. Daar knapte het niet echt van op, dus ik besloot tot een tweede wasbeurt over te gaan. ‘Schat, kan je die rugzak eigenlijk wel in de machine doen?’ vroeg ik haar toen de witte strepen steeds erger werden. Vanaf haar smartphone citeerde ze ‘deze rugzakken staan erom bekend dat ze generaties lang meegaan. Er is echter één belangrijk onderhoudsvoorschrift: stop uw rugzak NOOIT in de wasmachine’. Slik.
Inmiddels is de rugzak vervangen door een goedkoper en praktischer exemplaar. Toen ik de oude smoezelige versie van de ooit zo mooie tas zo zag hangen op het droogrek raakte de symboliek van het beeld mij ineens als een donderslag. Was het liefde waarmee ik de tas voor haar gekocht had, of was het eigenlijk angst?
Mijn dochter mag deze rugzak letterlijk afdoen en neerzetten en niet meer meenemen het nieuwe jaar in. De tas kan generaties lang mee, maar niet bij ons overduidelijk. Wat een geluk. Ik bedacht me dat het een mooi ritueel zou zijn als ze ‘m symbolisch weg zou gooien. Maar toen realiseerde ik me dat het aan mij was om deze tas en alles wat er bij hoort weg te gooien. Ik heb haar, in meerdere opzichten, deze tas gegeven. Ze hoeft het niet meer mee te dragen.
En zo geschiedde. Met een brok in mijn keel mikte ik de tas in de container. ‘If they like you, they like you. If they don’t, they don’t. Just walk on and be your beautiful self’.
Erbij horen. Het gevoel onderdeel van iets te zijn. Goed genoeg zijn. Gewaardeerd worden. Echte vrienden maken. Het was er allemaal niet vorig jaar voor mijn dochter en dat was heel, heel hard. Ik realiseerde me ineens in hoeverre dit ook mijn hoop was voor haar en in hoeverre het ook mijn eigen pijn en angst waren die in mijn adviezen naar haar hadden doorgeklonken.
Zij heeft me aangehoord, maar desalniettemin haar eigen weg gekozen. Ze is 12 en ze weet inmiddels dat voor jezelf gaan staan dikwijls alleen staan betekent. Dat harmonie pas harmonie is als iedereen heel kan blijven in het contact. Ze accepteert dat en zal zichzelf nooit verlaten.
Ik ook niet meer.
‘We can do hard things’ zou Glennon Doyle zeggen. En zo is het.
P.S. Een mooi boek dat mij enorm geholpen heeft in dit proces is ‘Hold on to your kids. Why parents need to matter more than peers’ van Gordon Neufeld en Gabor Maté. Aanrader voor elke ouder die dit verhaal, de hoop en de angst in wat voor opzicht dan ook herkent.